1. Zorg ervoor dat er geen breuken of schade aan het snoer zijn.
  2. Controleer of de kabel aan beide kanten volledig is ingeplugd, zowel aan de kant van de stroombron als aan de kant van het product. Zorg ervoor dat er stroom is op het stopcontact waar het apparaat is aangesloten.
  3. Zorg ervoor dat de kop van de kabel in de juiste richting is wanneer deze in het product wordt gestoken.

4. Wanneer het apparaat is ingeplugd en aan het opladen is, zal een groen lampje knipperen bij de oplaadpoort; zodra het apparaat volledig is opgeladen, blijft het lampje
constant groen branden.